Op 12 december is de Trendrapportage Arbeidsmarkt Leraren po, vo en mbo 2022 gepubliceerd. In deze rapportage worden de belangrijkste, meest actuele cijfers over docenten en de onderwijsarbeidsmarkt in het mbo, vo en po op een rij gezet. Hieronder staat een korte samenvatting van de resultaten voor het mbo.
Samenvatting resultaten
- In studiejaar 2021/2022 werd er door 35 duizend docenten voor 28 duizend fte in het mbo gewerkt. Het aantal fte docenten is met zo’n 900 gestegen in het afgelopen jaar.
- De gemiddelde leeftijd van docenten vertoont de laatste jaren een duidelijk dalende lijn en ligt nu op 45,8 jaar.
- Een docent in het mbo verdient tussen de € 3.640 en € 6.940 bruto per maand. Dat is inclusief onder andere vakantiegeld en een eindejaarsuitkering. De gemiddelde beloning is € 5.410 bruto per maand.
- In het mbo wordt 7% van het personeelsbudget besteed aan personeel dat niet in loondienst is. Dit percentage was vier opvolgende jaren aan het dalen, maar is het afgelopen jaar weer gestegen. In het mbo is overigens hierbij geregeld sprake van mensen die deels in het bedrijfsleven werken en als hybride docent gedetacheerd zijn bij de opleiding.
- Het aantal vacatures dat het afgelopen jaar voor leraren mbo op internet werd gevonden is hoger dan de jaren daarvoor. Vermoedelijk heeft de stijging met toenemende krapte te maken.
Toekomstige tekorten
De onderzoekers geven in de trendrapportage aan dat ramingen voor toekomstige tekorten voor het mbo lastiger te maken zijn dan voor het po en vo. Ze stellen dat voor vakken waarvoor de tekorten toenemen in het vo, ook in het mbo problemen worden ervaren (Nederlands, Informatica), alsmede voor specialistische technische vakken waarvoor ook op de reguliere arbeidsmarkt grote tekorten ontstaan.
Zij-instromers
Volgens de trendrapportage is het aantal zij-instromende docenten in het mbo de afgelopen jaren op een hoger niveau dan de periode daarvoor. Het mbo heeft in absolute zin de meeste zij-instromers, terwijl in totale omvang van leraren de populatie in het mbo veel kleiner is dan het po en het vo. In 2022 is aan 900 zij-instromers de zij-instroomsubsidie toegekend.
Mobiliteit
Ongeveer 1,1% van de mbo-leraren stapt jaarlijks over naar een andere onderwijssoort, voornamelijk het vo. Er gaan 330 leraren per jaar naar het vo, maar jaarlijks komen 460 leraren uit het vo in het mbo werken, wat dus een nettowinst oplevert. Tussen het mbo en het po liggen de overstapcijfers nog lager, zo’n 185 leraren uit het po stappen jaarlijks over naar het mbo en zo’n 77 leraren maken de omgekeerde overstap. Daarmee ontvangt het mbo van beide sectoren in totaal jaarlijks netto 238 leraren meer dan men er kwijtraakt.
Lees de Trendrapportage en aanvullende rapporten
Je kunt de gehele Trendrapportage lezen op de website van de Rijksoverheid. De onderzoeksrapporten waar de Trendrapportage op is gebaseerd (naast eigen analyses van DUO-gegevens) zijn te vinden op de website van de Rijksoverheid
Dit jaar zijn in de Trendrapportage ook enkele uitkomsten uit het driejaarlijkse Werkonderzoek van Binnenlandse Zaken en het CBS opgenomen, aangevuld met gegevens uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden, met daarin meer informatie over het welbevinden van mbo-docenten op de werkvloer.